Een praktijkvoorbeeld
Het is heel naar wat Achmed overkomt. Bart, zijn chef, zegt dingen die Achmed bang en klein maken. Hij voelt zich angstiger worden naar gelang de tijd verstrijkt en de confrontaties tussen hem en zijn chef Bart toenemen.
Bart is zelf verantwoordelijk voor zijn gevoelens, en de externe vertrouwenspersoon die de positie koos van de beschuldigde Bart te ondersteunen, nam de kans schoon om hem dit belangrijke uitgangspunt van het leven te leren! (Zie mijn eerder op de LVV-site gepubliceerde opiniestuk: Je bent zelf verantwoordelijk voor jouw gevoel.
Als hij boos of gefrustreerd is, komt dat door hemzelf, niet door Achmed. Achmed kan dit gevoel door zijn gedrag wel bij hem oproepen, maar alleen dan wanneer die gevoelens al sluimerend bij hem aanwezig zijn: hij kan alleen maar oproepen wat er al ligt! Het is niet eerlijk om Achmed de schuld te geven van zijn slechte humeur, boosheid of onzekerheid.
Bart zegt dat Achmed niet goed is in zijn werk en niet hard genoeg werkt. Maar dat is Barts mening. Zijn gevoelens over Achmeds werk zeggen meer over Bart dan over Achmed. Misschien is Bart onzeker over zijn eigen leiderschap of heeft hij te hoge verwachtingen. Wat het ook is, het is zijn probleem, niet Achmeds probleem.
Daar is echter niet alles mee gezegd!
Want ook hier geldt dat het probleem dat Bart ervaart, niet los gezien kan worden van de werknemersrelatie die beiden met elkaar verbindt. Immers Achmed ervaart de vernedering, niet zijn buurman. Het heeft dus ook met hem te maken.
Achmed is op zijn beurt zelf verantwoordelijk voor zijn gevoelens, van angst en vernedering en hoe hij het intimiderende gedrag van Bart ervaart. Hij vraagt zichzelf dan ook wel eens af hoe hij het komt dat hij voortdurend zo vernederend behandeld wordt en niet een andere naaste collega.
Je kunt niet niet-beïnvloeden, er is altijd invloed; een monument in het leven.
Hoe kan Bart als beschuldigde tot inzicht komen?
Je zou tegen Bart kunnen zeggen:
- “Bart, ik zie dat je vaak boos bent als je tegen Achmed praat. Kun je me vertellen wat er precies gebeurt bij jou van binnen als je zo reageert?” (Dit helpt Bart om naar zijn eigen gevoelens te kijken.)
- “Je zegt dat Achmed niet deskundig genoeg is. Heb je hem al duidelijk gemaakt wat je precies van hem verwacht? En heb je hem de kans gegeven om te leren en te groeien?” (Dit laat zien dat Bart misschien niet eerlijk is in zijn beschuldigingen.)
- “Het is jouw verantwoordelijkheid als chef om een goede en veilige werkomgeving te creëren voor iedereen. Hoe denk je dat Achmed zich voelt als jij hem steeds vernedert?” (Dit wijst Bart op de gevolgen van zijn gedrag.)
- “Je bent de baas, maar dat geeft je niet het recht om intimiderend te zijn. Je kunt je mening geven zonder iemand kleiner te maken.” (Dit benadrukt dat macht geen excuus is voor slecht gedrag.)
Bart kan leren omgaan met zijn boosheid door te accepteren dat deze gevoelens van hem zijn en dat hij zich hiervoor verantwoordelijk is.
Het is belangrijk dat Bart inziet dat zijn gedrag niet acceptabel is en dat hij zelf de stappen moet zetten om zijn houding te veranderen. Hij moet willen leren dat hij verantwoordelijk is voor zijn eigen boosheid en dat hij die niet intimiderend op Achmed mag afschuiven.